Het verhaal van Maarten

Heel lang geleden was er een jongen. Hij heette Maarten en was 15 jaar. Zijn vader vond dat Maarten in het leger moest gaan, net zoals zijn vader. Die was namelijk was officier in het Romeinse leger. Maarten was groot genoeg om ook het leger in te gaan. Hij was ten slotte al vijftien! In die tijd vond men dat oud genoeg.

Maar Maarten had helemaal geen zin om het leger in te gaan. Hij hield niet van vechten. Nadat hij door zijn vader bij het leger was afgezet merkte hij al dat hij zich daar helemaal niet thuis voelde. Dankzij zijn vader werd Maarten al snel officier. Maar dat hielp niets. Maarten was en bleef anders dan anderen in het leger. Hij deed wat zij niet deden. Zijn hart lag niet bij het vechten, maar veel meer bij het helpen van mensen. Als hij zag dat iemand hulp nodig had, was hij er als eerste bij. Als hij zag dat mensen niets te eten hadden, gaf zij ze geld, of eten, of wat hij maar bij zich had.

Op een dag was het winter en heel erg koud. Maarten reed op zijn paard. Hij droeg zijn zwaard en was gekleed in de mantel die officieren droegen. Toen hij bij de poort van de Franse stad Amiens kwam, zag hij daar een bedelaar zitten. De kleren van de man waren versleten en stuk, en hij rilde van de kou en de honger. ‘Help me alstublieft’, zei de man zwakjes in de richting van Maarten. Hij zei het eigenlijk zonder hoop. Ook deze legerman zou waarschijnlijk niet luisteren. Ook deze zou waarschijnlijk gewoon langs hem rijden alsof hij er niet zat.

Maar dat gebeurde niet. Maarten liet zijn paard stoppen, sprong van zijn paard af en greep zijn zwaard. De armen bedelaar kromp ineen van angst. Maar Maarten dacht er niet aan om de arme man te slaan! In plaats daarvan greep Maarten de mantel die hij aan had en sneed hem met zijn zwaard in tweeën. De ene helft van de mantel gaf hij aan de bedelaar, die hem snel en dankbaar omsloeg. Maarten sloeg de andere helft van de mantel om zich heen en reed weg.

Die nacht had hij een droom. Hij droomde dat hij iemand zag die de helft van zijn mantel droeg, en toen hij beter keek zag hij dat het Jezus was. Jezus keek hem aan en zei: Maarten, wat jij gedaan hebt voor die arme hulpeloze bedelaar, dat heb je voor mij gedaan. Eigenlijk heb je de helft van je mantel dus aan mij gegeven!

Maarten wist genoeg. Hij was er klaar mee om onderdeel te zijn van het leger. Hij verliet het leger en koos voor een leven in armoede. Alles wat hij niet echt nodig had gaf hij weg aan mensen die het nodig hadden. Hij wilde leven in verbinding met Jezus. Hij stichtte een klooster en werd later gekozen tot bisschop van de stad Tours. Maarten stierf op 11 november in het jaar 397. Hij was toen ruim 80 jaar oud.

Na zijn dood werd hij door de kerk heilig verklaard. Vanaf dat moment was zijn naam Sint Maarten (want Sint betekent heilige!)en zijn feestdag elk jaar op 11 november. Kinderen gaan de deuren langs met hun lampionnen en zijn dan eigenlijk net zoals de bedelaar die Maarten tegenkwam bij de poort: ze hopen dat mensen iets zullen geven!